Trick or Treat; een donker sprookje….

Het lot kan wreed zijn. Niemand die dat inmiddels meer zal beamen dan ik. Ook niemand tegen wie ik dat zou kunnen doen overigens. Veroordeeld tot mezelf en mijn eigen gedachten. Overwegend zwart, hoop is een luxe die ik me niet kan permitteren. Getergd tot het uiterste: schuldgevoel heeft niet veel  goeds in petto voor de drager ervan. En schuldig ben ik. Ik werd weliswaar “gehaald” onder valse voorwendselen maar kan moeilijk beweren dat ik het haar lastig heb gemaakt. Eén vervloekte  vraag en mijn eigen antwoord heeft me de das om gedaan. Het zijn zelden de vragen die een bestaan geheel op zijn kop zetten en doen kantelen. Het zijn de antwoorden, ondoordacht gegeven. “Trick or Treat”. Elke keuze heeft consequenties. Bij mij stopte de tijd.

U echter, uw wereld draait tot nu toe door, een bijna vanzelfsprekende beweging. Bijna, zeg ik. Niet lichtvaardig bedoeld. Want hoewel mijn lot wreed is, ben ik dat ook. Er zijn in uw wereld nog steeds veel dingen mogelijk. En hoewel u het zich vermoedelijk nu onvoldoende realiseert bestaat de kans dat wij elkaar gaan ontmoeten. Eventjes maar. Mocht dat zo zijn dan is het lot ook u niet gunstig gezind geweest. Daar spijt mij persoonlijk weinig aan; u  bent namelijk mijn poort naar bevrijding…… 

Het was een drukke dag geweest. Al vanaf het moment waarop zij, enigszins verward,  wakker was geworden. De nacht en haar droom hadden op de een of andere manier een beklemmende indruk achter gelaten. Een soort mist in haar hoofd. Snel schudde ze de klamme deken van zich af en spurtte richting badkamer. Vanaf dat moment zou een veelheid van activiteiten haar dag bepalen. Gelukkig zaten haar kinderen in een voor hen zeldzaam standje “meebewegen”. Het ontbijt was zelfs best gezellig geweest. En ook  de files tussen school en werk hadden dit keer voor weinig vertraging gezorgd. Ze was  ruim op tijd in het theater. Wat voor een regisseur, één dag voor de première, een zegen is. Morgen, 1 november 2010, debuteert haar toneelstuk “Aliens;  Angels, Demons or Frogs”,  een eigen bewerking van die spraakmakende Amerikaanse bestseller. En toch, hoewel ook de laatste repetities probleemloos verlopen ijlt het onbestemde gevoel van vanochtend haar de hele dag na. Ze wijt het aan de stress voor morgen, daarin ook bevestigd door haar acteurs die van hetzelfde last lijken te hebben. 

Het boek “Aliens; Angels, Demons or Frogs” had internationaal hoge ogen gegooid in de afgelopen twee jaar. De schrijver, een tot voor kort vrij onbekend kwantumfysicus, had het gewaagd om, in romanvorm, zijn vakgebied toegankelijk te maken voor een groot publiek. Het had hem bepaald geen windeieren gelegd. De filmrechten waren inmiddels verkocht en George Clooney zou een hoofdrol  spelen. In haar bewerking van het boek tot een eigen theaterproductie had ze alle vrijheid gekregen. Ze had besloten haar stuk volledig te centreren rond de vraag “als aliens inderdaad bestaan en onze planeet  bezoeken, is het dan ook mogelijk dat buitenaards bewustzijn zich als menselijk voordoet?” Dit thema intrigeerde haar; we dragen allemaal maskers tenslotte. We kunnen het persona noemen, of ego, of rollen. Feit blijft dat bewustzijn (of het gebrek er aan) vorm kiest. Een gedaante aanneemt. Om te verhullen, te beschermen, af te schermen. Niet iedereen wil gezien worden voor wat hij of zij echt is. Of denkt te zijn. In sprookjes transformeren kikkers tot prinsen. Worden stiefdochters tot koningin gekroond. Zelfs  Lucifer, in zijn huidige gedaante als duivel, was vroeger de hoogste engel naast God. Nu gevallen weliswaar, maar toch. Als in fictie zoveel mogelijk is, wat ligt er dan wel niet aan potentie in de werkelijkheid? Ze was trots op haar stuk. Op de geselecteerde acteurs in haar gezelschap. Kostuums, maskers, decor en muzikale omlijsting waren bepaald niet alledaags te noemen. Morgen, 1 november, zou haar naam gevestigd worden. Daar was ze vrijwel zeker van. 

Tijd heeft geen bestaansrecht hier.  Ruimte doet ook niet mee. Inertie, statische leegte. Alleen ik. Mijn eigen duisternis. Altijd.  Voor eeuwig, tenzij ik morgen mijn enige kans benut. My one and only window of opportunity. 1 November 2010; Samhain. Zeker;  U mag het ook Saun noemen. Zolang we elkaar maar verstaan;  ik kom dan iets claimen dat nu nog van u is. Wat zeg ik; ik eis het op! En daarna is er voor ons beiden geen weg meer terug.  

Op weg naar huis rijdt ze nog even naar de plaatselijke supermarkt. In de waan van de dag  is ze bijna vergeten dat er vandaag ook nog Halloween gevierd moet worden. Dat gaat nu eenmaal aan “Allerheiligen” vooraf. Haar eigen kids willen straks zelf de deuren niet langs, maar vinden het wel leuk om snoep uit te delen aan anderen. Hun versie van “Trick or Treat”.  Vanuit de veiligheid van hun eigen huis durven ze wel een blik op de wereld om hen heen te werpen. De open voordeur, de bewerkte oranje pompoenen, de flakkerende rode kaarsen in het portiek, de verkleedpartijen; zolang ze op eigen grond zijn kunnen ze het allemaal aan. En er zelfs plezier aan ontlenen. Op eigen grond, in je eigen ruimte ben je veilig. Het had haar niet eens veel moeite gekost om ze dat te leren. De genen waren zeer bereidwillig, zogezegd. Veel snoep rijker en  10 euro armer rijdt ze uiteindelijk in het avondschemer haar eigen oprit op. Eten, verkleden, dan kan de pret beginnen. Maskers op natuurlijk… daar hebben ze niet voor niets zoveel tijd en aandacht aan besteed. 

U doet er graag filosofisch over. Ik heb het nu over “het kwaad”. U beschouwt graag. In de veiligheid van leerstoelen en leren stoelen wordt er vaak over gebrabbeld. Oprispingen van een schijnbare verworvenheid. Over hoe universeel het is, dat het insluit maar niemand uitsluit. Hoe er, op een persoonlijk niveau, aan geleden wordt. O, ik beken. Schuldig, ook aan dit euvel. Hoe hoogmoedig was ik eens. Maar ik beloof U, eenmaal weer op solide grond zal ik mij aan “het kwaad beschouwen” niet meer verlekkeren. Ik zal het inhoud geven. Dat beloof ik! Aan U en alle heiligen. 

Het was een bijzondere avond geworden. Spookachtig en spannend tegelijkertijd. Schattig ook, bij tijd en wijle. Een hele parade aan verklede identiteiten was aan hun deur voorbij gegaan. Monsters, heksen, donkere gnomen, vampiers. En een hele kudde niet nader te definiëren nachtwezens. Er lagen nog wat dropveters verloren in een mandje. Kaarsen gedoofd. Kinderen inmiddels ook in bed. Bijna middernacht. 31 oktober 2010 was bijna voorbij. Nog even en Halloween was over. Terwijl ze langzaam terugloopt naar de keuken valt haar blik op de gezichtsmaskers op de vloer. Wat waren ze prachtig; rijk versierd en strak vorm gegeven. Haar kids en zijzelf hadden zich er heel goed, mooi en prettig door gevoeld. Nog even een lekker wijntje en dan focussen op morgen; haar 1ste november, haar debuut.

00.11 uur. De deurbel klinkt. Normaal zou ze daar op dit tijdstip van schrikken. Op haar hoede zijn. Maar vanavond is dat anders. Halloween heeft zo zijn eigen rituelen en gebruiken. Nietsvermoedend loopt ze dan ook naar de deur. 

00.11 uur. Een willekeurig huis. Maar er brandt licht. Dus is er leven. En dat is meer dan ik zelf bij me heb. Overvragen. Onderbieden. U zegt het. Maar ach, wie heeft U ooit een rozentuin beloofd?

00.12 uur. Als ze de deur geopend heeft voelt ze meteen dat het fout zit. Echt fout. Onomkeerbaar. Ze is onbeschermd, was onvoldoende op haar hoede. Zonder haar masker is ze naakt. De prijs voor haar naïviteit  zal ongekend hoog blijken. “Trick or Treat”. De vraag wordt ferm gesteld. En zij voorvoelt dat ze op geen enkele manier bereid is de prijs van haar antwoord te betalen.

00.12 uur. Terwijl het licht mij toeschijnt vanuit de open deur weet ik dat mijn redding nabij is. Ze heeft geen schijn van kans. Net als ik toen, nu precies een jaar geleden. Welk antwoord ze ook geeft, ze kan alleen verliezen. “Trick or Treat; je lichaam en dus je leven OF je ziel nu aan mij geven”. Ik heb niet voor niets gewacht op Allerheiligen natuurlijk. De een haar dood is een ander zijn debuut. Aliens; Angels, Demons or Frogs….ik ben nu al dol op alle rollen die ik zal kunnen gaan spelen. 

00.13 uur Het lot kan wreed zijn. Niemand die dat inmiddels meer zal beamen dan ik. Ook niemand tegen wie ik dat zou kunnen doen overigens. Veroordeeld tot mezelf en mijn eigen gedachten. Overwegend zwart, hoop is een luxe die ik me niet kan permitteren. Getergd tot het uiterste: schuldgevoel heeft niet veel  goeds in petto voor de drager ervan. En schuldig ben ik. Ik werd weliswaar  “gehaald” onder valse voorwendselen maar kan moeilijk beweren dat ik het hem lastig heb gemaakt. Eén vervloekte  vraag en mijn eigen antwoord heeft me de das om gedaan. Het zijn zelden de vragen die een bestaan geheel op zijn kop zetten en doen kantelen. Het zijn de antwoorden,  ondoordacht gegeven. “Trick or Treat”.  Elke keuze heeft consequenties. Bij mij stopt de tijd……

Kort naschrift; 

Geschreven op verzoek van www.Choicez.nl Moest een spannend sprookje zijn, geïnspireerd op Halloween (31/10). Verder geen beperkingen.

Heb er voor gekozen om er Allerheiligen (1/11) bij te betrekken; volgens de oude “heidense” religie de dag waarop alle overledenen van dat jaar ervoor terug komen om een ander (lichaam) in bezit te nemen voor het komend jaar.

Advertentie

Vals licht

Ik kwam niet lichtzinnig op deze aarde. Het was, naar goed christelijk gebruik, nogal een klus. Gewerkt zal er worden, in het aangezicht van God en zo geschiedde. 46 uur puffen, afzien en lijden. Voor mijn moeder. Waarschijnlijk viel het ook voor mij niet mee, het schijnt dat ik op het laatst  aanstalten heb gemaakt om weer naar elders te vertrekken.  In haar wanhoop richtte mijn moeder zich op Maria, haar troosteres. Ze beloofde haar dat ze mij, haar eerstgeborene,  als alles alsnog goed mocht gaan, zou opdragen aan haar. “ Wees gegroet Maria, vol van genade. De Heer is met U, gij zijt de gezegende onder de vrouwen”.  Ik klaarblijkelijk ook. Gezegend, bedoel ik. Uiteindelijk kwam ik, met wat medische hulp, gezond ter wereld. En volgens overlevering had men in dat Brabantse katholieke ziekenhuis nog nooit zo’n prachtige stralende baby aanschouwd. Onnodig te zeggen dat ik geneigd ben dat te geloven.

Opgedragen aan Maria betekende in mijn wereld zoveel als dat ik naar haar vernoemd werd. En tot en met  mijn 7e levensjaar alleen in blauw gehuld ging. Ik was dan ook extatisch toen ik op mijn 8e verjaardag mijn eerste blauwloze jurk kreeg. Een witte met knalrode stippen. En een strik.  Ik kan hem nog steeds uittekenen. Maria  bracht echter  meer met zich mee. Ze kwam met een invocatie. Een spiritueel verlangen. Een gevoeligheid  voor de schoonheid van rituelen. Zicht op sluiers en vooral willen weten wat daar achter schuil gaat. De bedoeling achter de bedoeling. En een soort ‘heilig weten” dat mystiek iets anders is dan een doctrine. Het is een persoonlijke diepe relatie  met de Godin. Of God. Goden zijn Een in hun verscheidenheid.

Vanaf mijn 14e ben ik op een soort van pelgrimstocht geweest. Op zoek naar “de” waarheid,  de mysteriën. Verlangend naar ervaringen die mij voorbij mijn ego zouden brengen.  Ik wilde wijs  worden. Was volledig bereid om in mijn grootheid te stappen, in het volle licht te gaan staan. Mijn schaduw slechts bedoeld om af te leggen.

Ik heb veel bijzondere mensen ontmoet. Guru’s.  Heiligen, mystica’s, yogini’s, monniken. Avatars. Tovenaars, sjamanen. Profeten. Priesteressen.  Mannen en vrouwen die hun eigen hoofd, hart en handelen gezuiverd hadden. Wiens ziel voelbaar was en hun licht zichtbaar. Puur en liefdevol. Het zijn echter niet alleen deva’s en engelen die het spirituele pad bewandelen. Veel mensen ruilen op weg naar hun verlichting de ene mal slechts voor de andere in. Ik ben nergens zoveel onechtheid tegen gekomen als in de New Age scene. Ego’s worden uitgeruild voor spirituele ego’s; het jargon wisselt, de kramp blijft. De gehechtheid aan het eigen gelijk blijft en ook eenmaal “verlicht” blijft men graag  VIP in de galerij der goddelijke dienaren. Anders gezegd; velen steken Maria en Jezus naar hun respectievelijke (doornen) kronen. Verkrampt licht, vals licht.

47 ben ik inmiddels. De religie voorbij. De behoefte aan verlichting ook. Een wijs iemand zei me ooit; “wie het hart vindt van zijn eigen religie, vindt het hart van alle religies”. Wat hij bedoelde was dat niemand, geen mens  noch stroming, exclusiviteit kan claimen op waarheid, vrijheid of verlichting. Het Licht laat zich niet vangen in een doctrine of protocol. Ondanks welke krampachtige pogingen van religieuze autoriteiten of fundamentalisten ook.   

Het universum blijft het speelterrein van Goden maar wij,  mensen, functioneren als onderaannemers. Wij bouwen dagelijks het podium voor het NU. En we moeten zelf ons licht ontsteken. We mogen stralen. Maar waar licht is, is ook schaduw. En daar is niks mis mee want ook schaduw heeft een functie, een eigenheid. Zelfs een eigen schoonheid. Dat laatste kan niet gezegd worden van vals licht.

Ten eerste, ten slotte en de waarde van alles wat er tussen zit.

De eerste keer. Een inwijding. De première. Een soort magische grens. Want laten we wel  wezen, eenmaal de eerste keer voorbij betekent zoveel als  dat je in herhaling valt, toch? Iets voor de vierde of 78ste keer ondernemen is meestal  niet zo bijzonder meer. Maar “de eerste keer” heeft allure.
Dat heeft zij  overigens gemeen met de laatste keer. Ook weer zo’n  magisch moment. De grap is alleen dat je, hoewel je meestal weet wanneer je iets voor het eerst doet, die wetenschap niet hebt  bij “ de laatste keer”. Dat laatste vereist namelijk dat je precies weet hoe je leven zich gaat ontvouwen en wanneer je dood gaat en dat is niet ieder van ons gegeven.

Persoonlijk heb ik al een aantal “eerste keren” achter de rug. Ben ook al diverse malen op herhaling geweest, in sommige gevallen zelfs vaker dan me lief is. Maar de volgende premières  heb ik in ieder geval beleefd;  -naar adem gesnakt  –het op een gillen gezet  -een hamster laten verdrinken  – mijn eigen koers gelopen  – mijn familie getergd  – de prijs betaald  – God op mijn blote knieën bedankt  – een goed doel voorbij gelopen  – escargots met Bourgogne gecombineerd  -ineffectief voor open doel gestaan  – mijn rug recht gehouden en doorgeademd  -het angstzweet op mijn voorhoofd gehad  -een hemel  bestormd    -een grote liefde ervaren  -een scheiding aangevraagd  – een echte  tantrika ontmoet  -een plicht verzaakt  – een pleit beslecht  -een slag verloren  – de strijd gewonnen  -mezelf overstegen  -een hart gestolen  -een koning bevochten  – een koninkrijk verloren  –een draak gered – een luchtkasteel gedroomd .

Er waren premières bij die hun weerga niet kennen. Duizelingwekkend qua magie.  Ook qua horror trouwens. Maar daarentegen; voor de 2e keer een kind baren is niet niks. En een 3e keer bevallen doet niet onder voor de keren daarvoor. Terwijl de 6e keer dat ik een Grand Cru soldaat maakte totaal geen impact had. Behalve dan wellicht de kater die daarop volgde.  En ook de 4e keer rijexamen doen creëerde niet de stress en dus ook niet de betekenis van daarvoor. Daarentegen was ik wel extatisch toen ik de 1e keer mijn rijbewijs kon tonen. Wat is dan de betekenis van dit alles? Niet meer en niet minder dan dat “iets” de betekenis heeft die je er aan geeft. Of het nu de eerste of de 73 ste keer is. Life is what we make of it. Betekenis toekennen is betekenis beleven. En wat resteert is een diep gevoel van respect. Dankbaarheid. Omdat iedereen die dit mechanisme echt begrijpt, zich realiseert dat het leven inderdaad maakbaar is. Maakbaar in de zin dat we, hoewel we geen controle hebben op de frequentie en de aard van gebeurtenissen, we wel “in control” zijn als het gaat om de interpretatie, de betekenis die we het geven in ons bestaan.
Voor toen, voor nu, voor ooit. Leven is wat we er van maken. Niet meer en niet minder dan dat. Niet voor het eerst, niet voor het laatst. Hoewel; er zijn mensen die ook in hun vorige leven niet in reïncarnatie geloofden….(also sprach Kamagurka..) !

Seks; liefdespodium of strijdtoneel..

Ik was er vroeg bij. Verloor mijn hart en maagdelijkheid op 16 jarige leeftijd. Had het geluk dat mijn geliefde al een volwassen man was, ervaren in leven en liefde. Mijn eerste keer was dan ook een groot feest en hij heeft me jarenlang tot grote hoogte gebracht. Seksueel en anderszins. Via de belevenissen van mijn vriendinnen begreep ik dat het ook anders kon. Mannen die alleen maar met zichzelf bezig waren, die geen gevoel hadden voor een vrouwenlichaam, interacties die niet meer behelsden dan een eenzijdige climax. Kortom; seks bleek een fenomeen met veel gezichten.

Hoe waar dit is werd mij duidelijk toen, na jaren, mijn liefde voor mijn partner overging. Bijna 20, vrouw en vrijgezel. De wereld opende zich, maar bracht niet alleen verrukking. Kortdurende relaties, one-night-stands en een nieuwe liefde met een seksverslaving maakten dat ik seks op andere manieren ging beleven en zien. Het kwam losser te staan van liefde, het werd een spel op zich. Ik leerde dat het een machtsmiddel kan zijn, iets dat een vrouw in kan zetten om wat anders te bereiken. Ik ging ervaren dat seks niet perse tot eenwording leidt, maar net zo vaak tot pijnlijke eenzaamheid. Het maakte me duidelijk dat ook mannen hun onzekerheden hebben, in grote getale onvermogend en onkundig zijn. En het allerbelangrijkste; het deed me naar verloop van tijd beseffen dat lichamen een eigen wijsheid hebben. Lichamen neigen. Ze neigen naar elkaar en dan is alles mogelijk. Of ze blokkeren; een overduidelijk veto. Geen lieve moeder, geen schietgebed, geen tantratraining die daar iets aan kan doen. Mijn lichaam weet met welk ander lichaam zij wil verpozen.

Dit werd bevestigd door het feit dat ik, op mijn 24ste, ongelooflijk verliefd werd op een man die totaal afweek van zijn voorgangers. Maar mijn lichaam neeg en ik bewoog mee. Hij ook trouwens. Het werd een dans die 20 jaar zou duren. Up-tempo, slow-ritme; alles was mogelijk, veel werd verkend. Er kwamen uitdagingen op ons seksuele pad; kinderen hebben zo hun impact. Daarnaast ligt na jaren de sleur als dreiging op de loer. Toch hebben wij van ons seksleven geen strijdtoneel gemaakt. Ons Waterloo had een andere oorzaak.

Inmiddels heb ik zelf kinderen die, ieder op hun eigen manier, bezig zijn met seks en liefde. En het ingewikkeld vinden. Want; waar moet je op letten, en hoe moet je het doen en wanneer “voel” je dat je er klaar voor bent. Ik heb het geluk dat mijn kids ook dit onderwerp met mij vrijuit bespreken. En hoewel pubers vol gene zijn, ervaren die van mij toch de veiligheid om hun twijfels bij mij uit te spreken en te spiegelen. Ik hou ze steeds hetzelfde voor. Seks is een kunst, geen trucje. Doe het alleen als jij het zelf echt wilt en je partner ook, dwang is namelijk dodelijk. Ervaring helpt, oefening baart ook hier de kunst. Veel wisselende partners is niet nodig, maar niet verwerpelijk. En het is een coproductie; je creëert de ervaring samen. Maak het een liefdespodium, geen strijdtoneel.

Waarom wijst iedereen altijd naar de hemel…

rimg0004.jpgEr zijn van die dagen dat je zou willen dat je geen alleenstaande moeder van 3 kinderen bent. Of misschien kan ik dat zo niet zeggen. Moet ik het houden op dat ik van die dagen heb. En misschien moet ik er dan meteen aan toevoegen dat dit niks over mijn kinderen zegt. Veel over mij.

Ik ben geen vleesgeworden “oermoeder”. Wel dochter van zo’n vrouw. Maar genen spelen vaak een grappig spel; soms slaat een kwaliteit een generatie over. Om vervolgens te sublimeren in de volgende ronde. Vermoed dus dat mijn dochter ook weer zo’n  moeder zal zijn. 12 jaar en nu al “moederend” over mij. Geen zorgen; dit wordt geen zelfondermijnend, treurig verhaal. Maar zoals in alles streef ik ook in een column naar oprechtheid en essentie.

Ik heb dus van die dagen. Waarin ik metaforische draken versla, mijn verwende prinsen red, de toverspreuken van mijn dochter bezweer, mijn puberaal nageslacht behoed voor onvermoed onheil, pleisters plak op beschadigde lichamen en gekwetste zielen. En dit alles met geringe geestdrift. Voor de duidelijkheid; op zo’n dag doe ik ook nog boodschappen, kook het eten en strijk een wasmand leeg. Terwijl ik, op zo’n dag, eigenlijk het liefst alleen iets voor mezelf zou doen. Lekker “eiland” spelen. En ik bedoel in dit geval echt geen schier-. Ik ben een vrouw die bewust koos voor “het moederschap”.Niet lichtvaardig en niet overhaast. Was 31 toen mijn 1e koningskind geboren werd. Om vervolgens alsnog totaal overweldigd te worden door de effecten daarvan. Wat een liefde, wat een duizelingwekkend groot(s) kado. En wat een ongelooflijk zware verantwoordelijkheid. Pas toen ik moeder was geworden werd ik bang. Iemand heeft ooit gezegd dat ouderschap betekent dat je, buiten dat van jezelf, nog een hart in deze wereld hebt rondlopen. In mijn geval 3 dus. Je zou van minder in paniek kunnen raken.

Mijn kinderen zijn niet van mij. Ze zijn van zichzelf. Als ik die overtuiging zelf al niet altijd zou hebben gehad, zouden mijn kinderen mij daar inmiddels wel van doordrongen hebben. “pff mam, jij bent niet mijn baas hoor, dat ben ik lekker zelf”. Ik citeer hier overigens niet de woorden van een losgeslagen puber,  maar de mantra van een schattige dochter die 3  was toen ze dit voor het eerst reciteerde. Mijn kinderen zijn van zichzelf. Maar ik word wel geacht ze groot te brengen. Liefst zonder ze klein te krijgen. Authentiek, autonoom, graag evenwichtig, sociaal vaardig en nog liever liefdevol. Maar ook ik ben van mezelf. Dat laatste maakt dus dat ik van die dagen heb. Ik ben geen oermoeder. Wel moeder. En met alles wat ik in en bij me heb zal ik mijn kinderen groot krijgen.  Met vallen en opstaan. Met manie en magie. Met bezweringen en bezwaren. Omdat ik, meer nog dan ik op mezelf vertrouw, een oeverloos vertrouwen heb in de oerkracht van mijn kinderen.

Het was deze week dat mijn jongste zoon mij vroeg; Waarom wijzen mensen altijd naar de lucht als ze het over God en de hemel hebben? Ik, zijn moeder,  had zo’n dag en dus wezenlijk niet heel veel helderheid te bieden. Vervolgens zegt hij; “Dat snap ik echt niet. God zit toch in je hart en de hemel kan toch overal zijn”.

Death before dying..

“I don’t wanna die, but I aint keen on living either” zingt Robbie Williams. Hij kan het weten. Los van absolute levensdrift is zelfdestructie hem niet vreemd. En dat is  precies de reden waarom hij, voor mij althans, een buitengewoon intrigerend artiest blijft. Hij verwoordde ooit in een interview dat hij voortdurend beweegt tussen 2 uitersten; levens- en doodsangst. Hij is niet de enige, maar wel een van de weinigen die de moed hebben dit te reflecteren en uit te zenden. Angst is echter slechts 1 aspect van dood. 

De eerste keer dat ik, feitelijk, de dood in de ogen keek was toen ik, als kind, mijn oma vond op 1e kerstdag. Ze woonde bij ons in huis en ik had de gewoonte haar te wekken. Dit keer niet helaas. Het bijzondere was dat ik er op dat moment totaal geen negatieve lading bij had. Ik zat op haar bed, keek haar aan. Voelde haar koude lichaam. Ik weet nog dat ik ook door haar lange grijze haar streek.  Geen nare beelden, geen verwarring, nog geen conditionering omtrent dood. Gewoon mijn simpele waarneming; oma was dood. Pas later, door de impact van dit nieuws op mijn omgeving, het verdriet van mijn vader, de poespas er om heen, werd mij duidelijk dat dood een geheel eigen fenomeen is. En haar eigen rituelen, protocollen en codes kent. De dood komt niet alleen, ze reist met een eigen hofhouding. 

Inmiddels ben ik veel ouder. Mensen sterven. Door ziekte, ongeluk of ouderdom. En soms zelfs door eigen hand. Ik heb familieleden, vrienden en ouders van vrienden begraven. Heb crematoria bezocht. Afhankelijk van de setting en de aard van de relatie die ik met de overleden persoon  voelde was verdriet, in meer of mindere mate, de consequentie.Ik heb de dood ook als asielzoeker gehad in mijn eigen gezin. Zeer ongewenst en goddank kreeg hij geen vaste grond onder de voet. Gastvrijheid kent in mijn gezin zo zijn grenzen. Dood en sterven. Geen levend mens die dit mysterie kan doorgronden. De enige zekerheid die we hebben is dat wij dit lot eenmaal allemaal ondergaan. Dat maakt het een min of meer “geaccepteerd” verschijnsel. Dood wordt betreurd maar is inherent aan het menselijk bestaan.

Er zijn echter ook andere, figuurlijke gezichten van dood. Ik weet niet hoeveel mensen jij gemiddeld per dag in de ogen kijkt, maar ik zie doodse leegte vaker dan mij lief is. The zombies are among us. Niet verwijtbaar overigens. Angst dooft het innerlijk vuur. Verveling tast de levensdrift aan. Verdoving is makkelijker dan pijn ontstijgen. Vechtlust is een luxe die lijfeigenen zich zelden kunnen permitteren.. En ach, iedere dag een beetje doodgaan is vrij pijnloos zelfs. Zeker in een omgeving waar op intens leven zo ongeveer de doodstraf staat. In het sprookje van Sneeuwwitje wordt de vrouwelijke hoofdpersoon “dood” gemaakt door een lelijke stiefmoeder (lees omgeving) en een appel. Niet de 1e vrouw overigens die een hoge prijs betaalt voor appels eten. Ze valt in een diepe slaap. En gelukkig is er dan een heldhaftige prins die voldoende levenslust en zoenvaardigheid geniet om haar weer levend te kussen.Los van het feit dat ieder romantisch vrouwenhart harder gaat kloppen bij de gedachte aan een eigen prins is dit sprookje natuurlijk metaforisch. We lopen allemaal het risico in slaap te vallen. Het spanningsveld tussen levens- en doodsangst is soms overweldigend. Geruststellend dat er dan edele mannen en -vrouwen blijken te zijn die ons weer naar het rijk der levenden begeleiden. Ik applaudisseer voor moed en wakkerheid. Maar ik pleit vooral vurig voor kussende prinsen en prinsessen.

Mind over dirty matter….

“O bah mam. En dat hebben jullie dus 3 keer gedaan. Gatver”. Mijn toen 8-jarige zoon is ontzet. Zijn gezicht laat afschuw zien, zijn ongeloof over “het vieze” dat zijn vader en ik gedaan hebben zal zelfs langer beklijven. Hij wil er niet aan. Om kinderen te krijgen moeten grote mensen gruweldaden verrichten. En, gezien het feit dat hij 1 broer en 1 zus heeft, deden zijn ouders dat dus maar liefst 3 keer. Ik heb hem toen maar niet verteld dat ook bij seks en voortplanting de kracht van de herhaling geldt. 

Hetzelfde kind had overigens de gewoonte dode dieren te verzamelen. Regelmatig trof ik dierenlijkjes aan; in zijn bed, op de vensterbank en in de zakken van zijn broeken. Ik kan me de keren heugen dat mijn vingers een snotterige, geleiachtige substantie raakten als ik zijn kleding in de wasmachine gooide. Muizen-, pieren-, vogellichamen, alles kwam voorbij, in vergaande staat van ontbinding.

Dat vond ik nou smerig. Zo erg zelfs dat ik regelmatig kokhalzend en met Dettol gewapend mezelf te lijf ging. Die afschuw heeft hij nooit begrepen. Mijn smeekbedes om dit niet meer te doen zijn dus ook nooit verhoord. Goddank worden kinderen vanzelf ouder, inmiddels heeft hij minder gore fascinaties. 

Vies is betrekkelijk. Persoonlijk. Daarnaast cultureel bepaald. Context-afhankelijk. Veranderlijk. Persoonlijk ben ik God nog altijd dankbaar dat ik niet in China geboren ben. Op de 1e plaats omdat ik een meisje ben natuurlijk. Maar daarnaast; aan het eten zou ik kunnen wennen, qua eetgewoonten ben ik minder zeker.

Vies is een mindset. Niet meer, niet minder. Zo vind ik poep op zich best vies, maar toen mijn jongste kind, na dagen obstipatie, zich eindelijk weer kon ontladen en dan toevallig wel over mij heen, vond ik het heerlijk.

Vies is geen waarheid in zichzelf, vies is een label. Een identificatie. Een oprisping van het ego. En kan dus gereflecteerd, onderzocht en zelfs losgelaten worden. Sterker nog; veel filosofische en mystieke stromingen gebruiken dit soort identificaties om de werking van je ego en “je mind” bloot te leggen. Inwijdingswegen, hoewel divers in aard en eigenaardigheden, leren de spirituele zoeker allemaal het principe van onthechting; buddha-mind over matter. We zijn in staat onszelf te overstijgen; zelfs programma’s als FearFactor tonen dat aan. 

Deze week keek ik met mijn kinderen naar een geldinzamelingsactie voor Haïti op tv. De meest afschuwelijke beelden kwamen voorbij. Doden, rokende puinhopen, smerige wonden en verwondingen. Mijn kinderen gaven geen krimp. Wat verderop in het programma trad een gelegenheidsduo op. Een Nederlandse topzanger met een jeugdig talent-to-be. Het toeval wil dat 2 van mijn kinderen die jongen kennen. Grote ogen, de ontzetting was op de gezichten te lezen. “Dit zou verboden moeten worden” aldus de oudste. “Echt te vies” aldus zijn zusje.