Waarom wijst iedereen altijd naar de hemel…

rimg0004.jpgEr zijn van die dagen dat je zou willen dat je geen alleenstaande moeder van 3 kinderen bent. Of misschien kan ik dat zo niet zeggen. Moet ik het houden op dat ik van die dagen heb. En misschien moet ik er dan meteen aan toevoegen dat dit niks over mijn kinderen zegt. Veel over mij.

Ik ben geen vleesgeworden “oermoeder”. Wel dochter van zo’n vrouw. Maar genen spelen vaak een grappig spel; soms slaat een kwaliteit een generatie over. Om vervolgens te sublimeren in de volgende ronde. Vermoed dus dat mijn dochter ook weer zo’n  moeder zal zijn. 12 jaar en nu al “moederend” over mij. Geen zorgen; dit wordt geen zelfondermijnend, treurig verhaal. Maar zoals in alles streef ik ook in een column naar oprechtheid en essentie.

Ik heb dus van die dagen. Waarin ik metaforische draken versla, mijn verwende prinsen red, de toverspreuken van mijn dochter bezweer, mijn puberaal nageslacht behoed voor onvermoed onheil, pleisters plak op beschadigde lichamen en gekwetste zielen. En dit alles met geringe geestdrift. Voor de duidelijkheid; op zo’n dag doe ik ook nog boodschappen, kook het eten en strijk een wasmand leeg. Terwijl ik, op zo’n dag, eigenlijk het liefst alleen iets voor mezelf zou doen. Lekker “eiland” spelen. En ik bedoel in dit geval echt geen schier-. Ik ben een vrouw die bewust koos voor “het moederschap”.Niet lichtvaardig en niet overhaast. Was 31 toen mijn 1e koningskind geboren werd. Om vervolgens alsnog totaal overweldigd te worden door de effecten daarvan. Wat een liefde, wat een duizelingwekkend groot(s) kado. En wat een ongelooflijk zware verantwoordelijkheid. Pas toen ik moeder was geworden werd ik bang. Iemand heeft ooit gezegd dat ouderschap betekent dat je, buiten dat van jezelf, nog een hart in deze wereld hebt rondlopen. In mijn geval 3 dus. Je zou van minder in paniek kunnen raken.

Mijn kinderen zijn niet van mij. Ze zijn van zichzelf. Als ik die overtuiging zelf al niet altijd zou hebben gehad, zouden mijn kinderen mij daar inmiddels wel van doordrongen hebben. “pff mam, jij bent niet mijn baas hoor, dat ben ik lekker zelf”. Ik citeer hier overigens niet de woorden van een losgeslagen puber,  maar de mantra van een schattige dochter die 3  was toen ze dit voor het eerst reciteerde. Mijn kinderen zijn van zichzelf. Maar ik word wel geacht ze groot te brengen. Liefst zonder ze klein te krijgen. Authentiek, autonoom, graag evenwichtig, sociaal vaardig en nog liever liefdevol. Maar ook ik ben van mezelf. Dat laatste maakt dus dat ik van die dagen heb. Ik ben geen oermoeder. Wel moeder. En met alles wat ik in en bij me heb zal ik mijn kinderen groot krijgen.  Met vallen en opstaan. Met manie en magie. Met bezweringen en bezwaren. Omdat ik, meer nog dan ik op mezelf vertrouw, een oeverloos vertrouwen heb in de oerkracht van mijn kinderen.

Het was deze week dat mijn jongste zoon mij vroeg; Waarom wijzen mensen altijd naar de lucht als ze het over God en de hemel hebben? Ik, zijn moeder,  had zo’n dag en dus wezenlijk niet heel veel helderheid te bieden. Vervolgens zegt hij; “Dat snap ik echt niet. God zit toch in je hart en de hemel kan toch overal zijn”.

Advertentie